dinsdag 4 juni 2013

Taalmaatjes

Taalmaatjes

ik zie één keer in de week mijn drie Aziatische taalmaatjes. Eentje (Pooh) komt uit Maleisië en twee, Li en John, komen uit China. China is indrukwekkend groot, Li is een Manchu, helemaal uit het noorden, John komt uit de provincie Zhejiang, hoofdstad Hangzhou, in het zuid-oosten, aan de kust. Op de kaart lijkt Sjanghai er niet ver vandaan, maar dat kan bedrieglijk zijn, denk ik. Voor ons Nederlanders zijn afstanden elders moeilijk te schatten. Pu-yi, de laatste keizer, van de mooie film van Bertolucci, was ook een Manchu. 
Li, die net als John van de generatie van de één-kind-politiek is heeft een broer en een zus. De Manchu waren niet erg gehoorzaam vertelde ze niet zonder trots. Meer kinderen mocht bovendien omdat haar moeder daar tot een etnische minderheid behoort. John is enig kind.


We kunnen goed met elkaar praten in het Engels, wat hun grote valkuil is bij het leren van Nederlands, want bijna alle Nederlanders die ze tegenkomen vervallen al gauw in het Engels omdat dat zoveel makkelijker is. Zeker voor Pooh, die in Maleisië heel goed Engels geleerd heeft.
Gelukkig werken we, heel schools wel, met een boek, speciaal voor volwassen anderstaligen, zodat we aan Nederlands wel toekomen, maar aan het eind van de tijd kletsen we meestal een kwartiertje in het Engels, en dan leer ik veel over Azië nu.

Ter aanvulling van mijn geringe kennis van de geschiedenis van China lees ik nu een mooi boek, Droom van Gouden Bergen, van Ling Zhang, dat de levens van drie generaties emigranten uit de provincie Guangdong naar Canada, Victoria en Vancouver. Een samenvatting van dit verhaal is niet te maken, ik ben al blij dat de schrijfster voorin de belangrijkste figuren in een stamboom heeft gerangschikt en heeft uitgelegd hoe Chinese namen in elkaar zitten. Via google allemaal te vinden.

Ik ben nu ongeveer op 3/4 van het aantal blz aangekomen en herken allerlei uit de wereldgeschiedenis en de wereld literatuur, b.v. Charles Dickens' Hard Times, toen de Engelse fabriekssteden niet anders waren dan de toestanden beschreven in de Gouden Bergen. Taalmaatje John vertelde dat er meer gebieden in de USA 'Gold Mountains' genoemd werden. Via google en Gold Mountain vond ik de bibliotheek van het Congres, Library of Congress, met allerlei materiaal voor leraren in de USA. 
Heerlijk dat ik dat nu allemaal onbekommerd kan lezen als ik het wil en er verder niks mee hoef, geen stencils (wat waren dat ook alweer? ;-) voor leerlingen maken en uitdelen. Maar als het ervan komt kunnen mijn taalmaatjes en ik erover praten als ik ze weer zie. Want zij zijn ook een generatie Aziatische migranten die hier naartoe komen en iets zoeken. En misschien moeten inburgeren. 
Ik hoop dat ze desgewenst dat examen zullen kunnen halen, want in één generatie echt zulk goed Nederlands leren zodat ze met andere hoogopgeleide Nederlanders een gesprek kunnen voeren vind ik wat hoog gegrepen. In het Engels kan het denk ik wel, want het valt me erg mee hoe goed hun Engels is.

Inmiddels heb ik Droom van Gouden Bergen uit. Over die Gouden Bergen (Gold Mountains, en niet Golden Mountains, er is verschil) valt nog veel meer te vertellen en op te zoeken op het internet.

Zeer aan te bevelen. Ook de recensies die hier staan:
(van Janneke, van de boekgrrls) en:
(van dettie, ook van de boekgrrls) 

Wie hierover meer wil lezen of weten van mij, of commentaar wil geven, mail me please. Vind ik leuk. :-)


vrijdag 5 april 2013

Hoog water voor Snip en de haren.


Hoog water voor Snip en de haren.


Jullie kennen Snip al, mijn trechterspin, die woonde in een hoekje van mijn wc. Kijk anders even bij Dierendag, vorig jaar, 2012. Daar schreef ik dat Snip een heel aardig en geluidloos huisdiertje was, zelfreinigend, helemaal zelfverzorgend eigenlijk. Ik had er letterlijk geen omkijken naar. Mannen daarentegen keken altijd vol in haar web. Ik weet er eentje die daarom mijn wc vermijdt. Hij is bang voor spinnen, zelfs voor zulke bewegingloze kleintjes als mijn Snip.

trechterspin

Ik kan zo gauw niet vinden of ik jullie al verteld heb over de verwoesting van het web van Snip? Die verwoesting gebeurde door mijn goede vriendin N., die lekker in het zonnetje had gezeten, in mijn tuin, vroeg in maart. De eerste lekkere lentedag. Toen was het licht al zo heerlijk helder dat N. zelfs met mijn zonneklep op, zo verblind was geraakt dat ze per ongeluk, binnen, in het half duister, tastend naar het lichtknopje, over het web van Snip streek. 
Die arme Snip kwam helemaal verticaal tegen de muur te hangen in haar jaren oude web, vol en grijs door de vele lekkere spinnenhapjes.

Een paar dagen later durfde Snip op haar oude dag gelukkig dat oude web te verlaten en op reis te gaan. Ik heb haar nog niet weer gezien.

Maar nu dat hoge water. Ik had bijna Tsunami geschreven, maar het leek meer op ondergelopen land, zoals wij dat hier in Nederland goed kennen. Langzaam opkomend koud water dat toch reinigend kan werken als de bodem een beetje helt. Want die reiniging was de bedoeling. 

Ik zie jullie al vragend kijken, want wie hier wel eens is geweest weet dat zelden van enige reiniging sprake is. En dan nog wel met wAter.
Maar ik had mezelf dit jaar een badkamersopje voorgenomen. Eerst had ik het mijn dierbaren in de maag willen splitsen, in het kader van de tweedepaaspoetsdag, maar het was toen gelukkig te mooi weer, waardoor we in de tuin hebben gezeten en foto's hebben uitgezocht. Dat moest ook en was zeker zo leuk.

Dus vanmorgen maar de stoute schoenen aangetrokken, nou ja, blootsvoets en eigenlijk helemaal tamelijk bloot lekker met water geknoeid en gespeeld in de badkamer. Dat was, jullie geloven dat best, voor de eerste keer sinds ik hier in 2002 kwam wonen. Toen was het hier zo netjes en schoon dat ik er zo in kon. Ik aaide sindsdien wel eens hier en daar met een lapje uit een sopje over een kraan of een wastafel, maar meer ook niet.














sopje

Vandaar dat ik vandaag nogal wat spinnenwebresten in de afvoer heb zien verdwijnen. Het is maar goed dat de vloer van de badkamer een beetje helt, en wel de goede kant op, richting afvoer. Daar is bij de bouw over nagedacht. Gelukkig is maar één spinnetje verdronken en in de afvoer verdwenen Het was niet Snip, maar een langpotige, een trilspin. O, wat blijft daar zielig weinig van over als die met opgetrokken pootjes op zijn rug op het het water drijft en met een klein kolkje dat duistere gat in wordt gezogen. De Styx, de rivier van de Griekse onderwereld in het klein.

trilspin

Het was voor de soortgenoten van Snip waarschijnlijk erg schrikken allemaal, maar ik kijk er toch met enige tevredenheid op terug. Ik ben er moe van geworden, maar het hoeft nu de eerste tien jaar weer niet meer. 

Wie dan leeft, wie dan zorgt.

dinsdag 2 april 2013

Het ongenoegen van Pa en Ma Houtduif


Het ongenoegen van Pa en Ma Houtduif

Gisteren was het hier weer tijd voor tweedepaaspoetsdag. Ik had bedacht dat het een goed idee zou zijn om orde te scheppen in mijn meer dan twintig jaar ongeregeld verzamelde foto's, in allerlei dozen en mapjes. Gelukkig lagen ze bij elkaar, samen met handige boeken met insteekhoesjes, maar bij elkaar was het allemaal nauwelijks meer te tillen.

Wat ook heel goed uitkwam was dat het heel mooi weer was. De hele middag zon in mijn achtertuin, wel veel te koud voor de tijd van het jaar, want tegen het vriespunt aan, maar in het zonnetje echt lekker, en uit het zonnetje ook goed te doen met winterjas aan.

Op tweedepaaspoetsdag komt de clan traditioneel hier iets nuttigs doen waarna we met ons allen iets lekkers laten komen. Heel luxe, een luxe die ik er graag in wil houden.
De ene helft van de clan kon gelukkig op tijd hier zijn, de andere helft moest eerst even naar opa Sjef, de 'andere opa', want die had in het ziekenhuis gelegen, met een kwaal waar meer oude mannen aan lijden. Opa Sjef is 88, 13 jaar ouder dan ik en zoals zijn kinderen zeggen: een man van elke dag. De tijd gaat verder, dat is een waarheid waar wij senioren maar beter een beetje rekening mee kunnen houden. Gelukkig ging het weer beter en was Opa Sjef weer thuis.

Ondertussen zaten wij traditiegetrouw aan de witte wijn en het bier, lekker in het zonnetje bezig met onze foto's, boeken en dozen. 
HATSJOE! Want ik blijf allergisch voor huisstof, en dat heb ik hier in overvloed.

Dit tot ongenoegen van Pa en Ma Houtduif, want wij zaten met ons allen op hun plaats, op de tegels van het platje in de achtertuin, waar anders de broodkruimels en het vogelzaad liggen. Ze konden dus niet bij hun late lunch, potdorie!











http://www.wnf.nl/nl/bibliotheek/?act=dierenbieb.details&dierid=1412



Ik zag het ze denken, of ja, tenminste, het is niet eenvoudig om op die kleine koppetjes met die pikkige snaveltjes te interpreteren waar die raadselachtige dinosaurusbreintjes aan zouden kunnen denken terwijl ze vanaf het fietsenschuurtje naar ons keken. Maar hun gedrag, hun getrippel heen en weer, hun opzichtige gewacht, het was wel duidelijk dat ze ons naar binnen wensten.



Toen het te koud begon te worden gingen we inderdaad naar binnen en bestelde ik na overleg met de twee oudste kleindochters die eetwensen hadden een Indische rijsttafel voor vier personen en een Cantones rijsttafel voor vier personen. Dat werd hier gebracht door een alleraardigste chinees ogende jongeman die natuurlijk perfect Nederlands sprak en Bedrijfskunde studeert op de Fontys Hogeschool alhier. Hij zou een aanwinst zijn op woensdagavond, bij 'The Hub', waar expatriates en Nederlanders iedere woensdagavond gezellig Nederlands en andere dingen zitten te leren heen en weer, geven en nemen. Daarover een andere keer weer.

En ook een andere keer over een van de fotoboeken, want daar liggen de verhalen voor het oprapen. Zoals ik vanmorgen al mailde aan een van de lijsten waar ik mail: wat heb ik toch een leuke clan!

En dat is helemaal waar.

woensdag 20 maart 2013

maartse sneeuw


maartse sneeuw



het weer is in een sneeuwe bui vandaag

de vogeltjes verwachtten dit niet meer

ze zitten op hun tak en kijken rond

ik weet niet wat ze denken, maar wie weet

wat vogels denken? dinosaurus brein

ontwikkeld tot een cockpitje van vlees

omwikkeld met een broze huls van been

oogjes diep en zwart zien op me neer

als ik mijn kruimels uitstrooi op de grond

en snel de keukendeur weer dichttrek, brrr.


als ik na tien minuten weer eens gluur

zijn alle kruimels weg. 
 
                                    is dit natuur?

wie weet wat nog natuur is tussen ons

die kleine dinosaurusjes en mij?

ik weet alleen dat ik hiervan geniet

en hoop dat ook voor hen.

                                            ik hoor hun lied.


elma 20 maart 2013

zondag 17 maart 2013

Afscheid


Afscheid


Je gleed weg 
uit ons leven
heel langzaam
bescheiden.

Te lang 
en te vaak
hoorden we je zeggen:

"Het gaat niet!
Schrijven gaat niet!"  

Dan kwam er toch nog
iets moois, 
iets kleins, 
zoveel gezegd 
met zo 
weinig woorden

Joop

Als ik terug kijk
kan ik het zien
hoe lang je al
ziek was.

Dat weg 
glijden 
was 
je ziekte.

Heel langzaam 
begon
dit missen. 

Goede reis, 
bescheiden
lieve 
Joop.

Elma, 15 maart 2013

Askeitjes

Het was een mooie dag, en ik heb er ook wat over mezelf geleerd.
Dat is nooit weg ;-)

We hebben heel goed afscheid van haar genomen, met elkaar, mijn schrijfgroep, waar Joop twintig jaar lid van was. Zij en ik hebben die groep opgericht. Ik had het haar erg gegund dat ze erbij had kunnen zijn zoals ze een paar jaar geleden nog was.

Ik was niet verdrietig, ik was en ben opgelucht.

Ik begrijp dat veel mensen dat niet begrijpen van mij, maar ik begrijp nu zelf beter waar dat bij mij vandaan komt.

Ik ben niet bang voor de dood, maar wel voor het lijden en de aftakeling en ontluistering die eraan vooraf kunnen gaan.
Ik hou graag zelf de teugels in handen, verlies niet graag de controle over mijn leven. Ik ben daar bang voor.
Ik heb ook moeite met het accepteren van hulp die mijn grenzen niet begrijpt of niet kan zien
Dat ervaar ik al gauw als lastig, overheersend, niet respectvol, wat me waarschijnlijk een moeilijke patiëntmaakt, maar dat mag ik van mezelf zijn. :-)

Nu naar wat ik bij anderen voel:
Ik heb grote moeite met het moeten aanzien dat een ander erg lijdt, daar vlucht ik vaak voor, uit angst voor wat ik zie, maar ook uit angst dat mijn eigen reactie op die situatie ongepast of onbegrepen zal zijn

Mijn lieve vriendin Joop heeft jaren aan die rotziekte Alzheimer geleden. Ze was zelf een heel trots en niet heel benaderbaar en aaibaar mens, wat ik erg in haar bewonderde. :-) Ze had een hele lieve en zorgzame man en drie schatten van kinderen. 

Er is goed voor haar gezorgd, zo kon ik uit de verte horen en meemaken.

Toen ze niet meer wist wie ik was, had ze mijn zorg dus absoluut niet nodig. Integendeel denk ik. Ik weet niet in hoeverre ze mij nog herkend zou hebben als ik haar nog had opgezocht in het verpleeghuis waar ze is gestorven. Als ik haar bezocht had, zou ik dat gedaan hebben voor haar dierbaren/mantelzorgers, die kende ik echter niet persoonlijk. 
Maar zouden die mijn bezoek niet als belastend hebben ervaren?

En omdat ze zelf niet zo aaibaar en open was, eerder een cactus, of een roos, dan een viooltje, zeg maar ;-) wou ik haar niet meer bezoeken in dat laatste stadium.

Niet iedereen begreep en begrijpt dat.

Maar ik hoop na lezing van wat ik hier geschreven heb, dat jullie het beter begrijpen?

Ik ben geen viooltje kwa aaibaarheid, maar wel een niet erg opvallend plantje. Ik probeer niet te prikken. Misschien een vergeet-mij-nietje, of een kruidje-roer-me-niet? ;-)

En als de Gestapo me in handen zou krijgen, dan werkt marteling waarschijnlijk minder goed dan me dwingen te kijken en te luisteren naar het martelen van anderen. 
Het is maar een tip. ;-)





dinsdag 12 maart 2013

Wennen


Mijn Wintertuin met sporen van druk verkeer van vogeltjes.

Wennen


Er moest toch echt iets aan mijn coniferen-haag gedaan worden, de boompjes waren kromgetrokken, naar het licht gegroeid en versperden langzamerhand het pad waar iedereen langs moet naar de fietsenschuurtjes. Ik had de Ergon bedrijven om raad gevraagd, en afgesproken dat er een hek van gaas zou komen, met klimop ertegenaan.

Nou, dat is twee weken geleden begonnen, wel een heel luxe gevoel, vijf grote mannen met cirkelzagen en meer apparaten in de weer. Ik moest op een voor mij onzalige tijd op en zat dus al voor half acht knorrig te wachten. Maar het begin kwam er. Nu, een poos later, het weer werkte gelukkig een paar dagen mee, is het ijzeren hekwerk geplaatst met een echte deur erin. Zo'n deur heet een poort, wat ik een beetje overdreven vind. Een Poort, daar kan een Rijtuig doorheen. Hier kan niet eens de allerkleinste graafmachine doorheen, zo'n tweerupsbandige happer, die kan graven en omspitten. Als er bij mij gespit moet worden zullen er weer grote mannen (m/v) met spierbundels moeten komen, want mijn dagen van spitten zijn echt wel voorbij. Ik heb het geprobeerd, maar ik kom zelf niet verder dan een beetje met een schepje in een zandbak knoeien.

En ja, het is wennen. Ik heb nu een wijds uitzicht op achterburen en vice versa, en kan zelfs de huizen in de straat daarachter zien. En zij zien mij natuurlijk ook. 
Als het hek straks vol begroeid is met Hedera (klimop) oogt het minder bloot.

En die arme vogeltjes moeten ook erg wennen. De familie merel is helemaal in de war en ook pa en ma turkse tortel werpen me boze blikken toe. De koolmeesjes heb ik nog helemaal niet gezien, ik hoop dat ze weer terug komen.
Maar de buren die aldoor natte mouwen kregen van de coniferen zullen tevreden zijn.

En als het goed is wordt het mooier dan het was.
Wel wat minder wild en beschut, maar misschien duurzamer en onderhoudsarmer, en dat is ook belangrijk voor dit verwende oudje met de veel te grote tuin, waar ik helemaal in mijn eentje in het zonnetje kan zitten. 

Nu is er ook meer zon.
Net Zwitserland.
Luxe! :-)

maandag 4 maart 2013

Hiernamaals


Hiernamaals en nog wat andere gedachten.

Uit een bundel van Judith Herzberg, via Trouw gekregen. P 68

Hiernamaals

Als ik, wanneer ik dood ben, nog 
ergens rond mag dolen, laat het dan
op de markt zijn, in geur en kleur.
En mag die markt dan open zijn
onder de blote hemel. En mag ik dan 
als vroeger met mijn moeder
zo'n puntzak gloeiend hete frites
(met veel zout uit zo'n gebutste 
strooibus) met haar delen.

Judith Herzberg

Altijd leuk, nadenken over zo'n wereld in het hiernamaals, zelfs voor iemand die vermoedt, ja bijna zeker weet, dat die wereld er niet is, niet kan zijn.

Wat zou ik willen in dat denkbeeldige hiernamaals?

Eerst maar eens wat ik niet zou willen:
- Ik zou niet weer moe en nukkig achter mijn moeder aan willen lopen op een markt, of in een winkel. Ook niet al kreeg ik friet. "Van friet word je veel te dik" zou mijn moeder gezegd hebben, en : "kijk niet zo ontevreden."
- Ik zou best eens een keer onder de blote hemel in een lekkere warme slaapzak in slaap willen vallen, in een hiernamaals zonder kruipende diertjes, want graag alleen in die slaapzak alstublieft, gasten slechts op uitnodiging toegelaten. Moeder misschien. Mijn kinderen graag, mits ze rustig slapen. Vader zeker niet.  De hond en de poes OK.
- Ik weet ook niet of ik zou willen dolen. Ik ben bang voor dolen. Ik wil weten waar ik naar toe ga, en ook hoe ik er kan komen. Ik wil weten waar ik aan toe ben.

Wat zou ik er willen doen, behalve slapen? Ik houd erg van slapen en lekker rustig zitten of liggen, maar ik herinner me goed dat ik, als kind, bewegen ook erg lekker vond. Bij gymnastiek b.v. aan de ringen. Zwaaien en een vogelnestje maken. Later verdween die behoefte een beetje, maar mijn moeder, geobsedeerd als ze was door haar eigen slanke lijn, waakte als een, ja als een wat, als een havik, nee, als een bewaker, over de mijne.  Goed bedoeld ongetwijfeld, maar erg vervelend. 

Ik heb mezelf dus altijd te dik gevonden, en probeerde daar iets aan te doen door in den Haag, in onze keuken, touwtje te springen. Ik durfde dat niet buiten op de stoep te doen, want dat was 'gek', ik was twaalf en daar te groot voor geworden. Bovendien kende ik in die buurt geen andere kinderen. Het dreunde door de flat. Arme benedenburen! Later begreep ik dat  Pierre H. DuBois en zijn vrouw daar woonden. Ik geneer me nog! Een schrijver notabene! Maar hopelijk hadden ze ook bezigheden buitenshuis, ja hij moet wel haast leraar Nederlands geweest zijn. Ik kan me niets van hen herinneren. 

Het waren rare tijden, de jaren vijftig. In het hiernamaals hoeven van mij de jaren vijftig niet terug te komen. En ook niet dat gemier over de slanke lijn, en dat ik anders niet zou trouwen, want dik is lelijk. Nog steeds trouwens, is dik lelijk. In het hiernamaals mag iedereen eruit zien zoals ze willen. Makkelijk, want lichamen zijn daar onnodig. Anderzijds is een smakelijke en voedzame maaltijd natuurlijk nooit weg. Graag met alcoholische dranken erbij, naar keuze.

Maar het lijkt me niet verstandig om met leuke dingen te wachten tot het hiernamaals. Beter om die leuke dingen hier en nu te doen, met echte wijn, bier, koffie, thee en lekkere hapjes.