maandag 4 maart 2013

Hiernamaals


Hiernamaals en nog wat andere gedachten.

Uit een bundel van Judith Herzberg, via Trouw gekregen. P 68

Hiernamaals

Als ik, wanneer ik dood ben, nog 
ergens rond mag dolen, laat het dan
op de markt zijn, in geur en kleur.
En mag die markt dan open zijn
onder de blote hemel. En mag ik dan 
als vroeger met mijn moeder
zo'n puntzak gloeiend hete frites
(met veel zout uit zo'n gebutste 
strooibus) met haar delen.

Judith Herzberg

Altijd leuk, nadenken over zo'n wereld in het hiernamaals, zelfs voor iemand die vermoedt, ja bijna zeker weet, dat die wereld er niet is, niet kan zijn.

Wat zou ik willen in dat denkbeeldige hiernamaals?

Eerst maar eens wat ik niet zou willen:
- Ik zou niet weer moe en nukkig achter mijn moeder aan willen lopen op een markt, of in een winkel. Ook niet al kreeg ik friet. "Van friet word je veel te dik" zou mijn moeder gezegd hebben, en : "kijk niet zo ontevreden."
- Ik zou best eens een keer onder de blote hemel in een lekkere warme slaapzak in slaap willen vallen, in een hiernamaals zonder kruipende diertjes, want graag alleen in die slaapzak alstublieft, gasten slechts op uitnodiging toegelaten. Moeder misschien. Mijn kinderen graag, mits ze rustig slapen. Vader zeker niet.  De hond en de poes OK.
- Ik weet ook niet of ik zou willen dolen. Ik ben bang voor dolen. Ik wil weten waar ik naar toe ga, en ook hoe ik er kan komen. Ik wil weten waar ik aan toe ben.

Wat zou ik er willen doen, behalve slapen? Ik houd erg van slapen en lekker rustig zitten of liggen, maar ik herinner me goed dat ik, als kind, bewegen ook erg lekker vond. Bij gymnastiek b.v. aan de ringen. Zwaaien en een vogelnestje maken. Later verdween die behoefte een beetje, maar mijn moeder, geobsedeerd als ze was door haar eigen slanke lijn, waakte als een, ja als een wat, als een havik, nee, als een bewaker, over de mijne.  Goed bedoeld ongetwijfeld, maar erg vervelend. 

Ik heb mezelf dus altijd te dik gevonden, en probeerde daar iets aan te doen door in den Haag, in onze keuken, touwtje te springen. Ik durfde dat niet buiten op de stoep te doen, want dat was 'gek', ik was twaalf en daar te groot voor geworden. Bovendien kende ik in die buurt geen andere kinderen. Het dreunde door de flat. Arme benedenburen! Later begreep ik dat  Pierre H. DuBois en zijn vrouw daar woonden. Ik geneer me nog! Een schrijver notabene! Maar hopelijk hadden ze ook bezigheden buitenshuis, ja hij moet wel haast leraar Nederlands geweest zijn. Ik kan me niets van hen herinneren. 

Het waren rare tijden, de jaren vijftig. In het hiernamaals hoeven van mij de jaren vijftig niet terug te komen. En ook niet dat gemier over de slanke lijn, en dat ik anders niet zou trouwen, want dik is lelijk. Nog steeds trouwens, is dik lelijk. In het hiernamaals mag iedereen eruit zien zoals ze willen. Makkelijk, want lichamen zijn daar onnodig. Anderzijds is een smakelijke en voedzame maaltijd natuurlijk nooit weg. Graag met alcoholische dranken erbij, naar keuze.

Maar het lijkt me niet verstandig om met leuke dingen te wachten tot het hiernamaals. Beter om die leuke dingen hier en nu te doen, met echte wijn, bier, koffie, thee en lekkere hapjes.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten