zaterdag 30 juni 2012

mooie blogs


Dag lieve lezer,

in de volkskrant van vandaag stonden een paar mooie blogs aangeprezen, sorry weer veel Engels, maar ja. Er staan ook veel mooie foto's en ander beeldend werk op:

heel leuk en creatief:


exotisch en mooi:


hele knappe lijntekeningen:


en het begin van o.a. de vakbeweging: vrouwen en andere groepen in new york:


afkomstig uit dit tijdschrift/blog:


de eerste vakbond werd opgericht door textielarbeidsters (v/m) rond 1900, en won aan invloed na de afschuwelijke brand op de zolder van een naaiatelier in New York in 1911, waar 146 naaisters omkwamen omdat ze opgesloten waren door de werkgever.


Dit was een keerpunt in de vakbeweging en in de politiek.

Ironisch, dat het land dat het socialisme zo rabiaat bestreden heeft o.a. ten tijde van senator Mc Carthy uitgerekend de wieg was waar de vakbeweging ontstond.


Alleen al voor de plaatjes is deze wikipedia pagina mooi. Doet mij denken aan het beeldje van de lampenmaakster dat voor de Witte Dame in Endhoven staat.


en de sigarenmaaksters, hier op foto.


In Eindhoven is ook veel gebeurd, een interessante stad om in te wonen. :-)

Maar ik moet hier nu nodig mee ophouden anders heb ik deze week helemaal geen kaas op mijn brood. Niet dat ik iemand die van mijn brood heb laten eten, maar gewoon weer vergeetachtig oudje geweest.

Heb een mooi weekend lezer! 

gr elma


donderdag 28 juni 2012

Nog een Ruth Rendell voor de vakantie


Dag lieve lezer :-)

Ik zit ook bij de boekgrrls, zoals je misschien al weet,


 en schreef onlangs iets over Ruth Rendells nieuwste boek: 'Tigerlily's Orchids', vertaald als 'Goede Buren'.

Ik ben nu op p.146 van de 280, dus even over de helft, en het valt me niet tegen. maar, toegegeven, ik ben een liefhebber van het genre, thriller, en ik vind het een thriller. 
Ik moet daarbij opmerken dat lang niet iedereen dat zal vinden omdat RR hier heel lang wacht voordat de eerste dode valt. Die is, waar ik ben met lezen, nog niet gevallen. Maar o, o, wat vind ik de beschrijvingen van de figuren en de dialogen leuk en spits en spannend om te lezen.
Volgens mij is dat waarom ik RR zo goed vind.
Maar in die zin hebben critci natuurlijk gelijk als ze zeggen er 'bijna niets' gebeurt. Er valt nog geen dode. En beschrijvingen moet je leuk vinden en anders niet verder lezen. En dan kan je misschien beter helemaal geen RR lezen, want de lol (en de clues) zitten juist in die beschrijvingen.

Als geheugensteuntje heb ik een lijstje met de figuren voor mezelf gemaakt: gerangschikt per flatnummer in Lichfield House. Klinkt chiquer dan het is.

flat 1 Stuart Font, 
beeldschone jonge man, twintiger, geen homoseksueel, zegt iedereen, hoewel hij er wel zo uitziet. kan niet langs een spiegel lopen zonder een goedkeurende blik op zijn eigen schoonheid te werpen. jaagt een erfenis van 800 000 pond er rap doorheen. woont voor het eerst zelfstandig. door moeder verwend jongetje, drinkt alleen warme chocolademelk, minnaar van Claudia Livorno, mode journalist, getrouwd met Freddy, advocaat, dertigers.

flat 2
Rose Preston-Jones met hondje McPhee, denkt dat ie een kat is, klimt op je schoot.
Zestigplus, ziet er goed uit, acupuncturist etc, New Age lifestyle. hippie verleden. bevriend met Marius Potter van flat 3.

flat 3 
Marius Potter, zestiger, weduwnaar, gepensioneerde leraar klassieke talen, intellectueel. verliefd op Rose. herinnert zich gedeelde nacht in jeugd. hippie verleden en ziet er zo uit. beetje zoals Koos Koets, een oudere jongere?

flat 4 
Michael Constantine en zijn vrouw Katie (mobieltje in de bus gestolen). Jong, dertigers, M is heel lang en heel beleefd. Onlangs arts geworden. Eigenwijs. Verdient zijn brood met een veel gelezen krantencolumn. 

flat 5 
Mollie Flint is een dikkertje, wordt zeer verliefd op Stuart, zozeer dat ze onbetaald zijn flat gaat schoonhouden. Sophie Longwich is de spichtige. In een film hoef je zulke details niet te onthouden, maar ja, in een roman dus wel. Voor iemand met maar een matig geheugen, zoals ik, een hele goede oefening.

flat 6 
Olwen Curtis zestigplus, twee keer gescheiden, twee vijandige stiefkinderen (the children from Hell), van twee kanten erfelijk belast met alcoholisme en bezig zich dood te drinken, maar deze fase in dat gênante proces valt tegen, ze is uit elkaar aan het vallen. Haar standaard antwoord op alle vragen is: "Not really." 

Wally Scurlock, concierge van o.a. Lichfield House. Voyeur en nog niet praktiserende pedofiel (meisjes). Zijn vrouw Richenda poetst. 

Buurman Duncan Yeardon, weduwnaar, gepensioneerde wegenwacht na een korte carrière bij de politie. Hij ziet alles en hoort bijna alles. Klust graag. Is de bron van informatie over Springmead.

Pas nu op:
Wie het boek nog wil gaan lezen kan beter wachten met hier verder lezen want dit zal vol VERKLAPPERS zitten.
Lees het boek dus eerst maar uit. Aanbevolen!
v
e
r
k
l
a
p
p
e
r
s

v
e
r
k
l
a
p
p
e
r
s


---------------------------------------------
Overburen in mysterieus huis: 'Springmead' altijd heel warm gestookt. Orchideeën? Wietplantage? Bordeel? Bewoners Chinezen? uit Hong Kong (?) oudere man, Wu, oudere vrouw, beeldschone jonge vrouw, Xue (Tigerlily noemt Duncan haar), en jonge man, Tao. Een gezin? Pooier en bewaakster van twee seksslaven?

Mijn vragen na een paar hoofdstukken:
Wie wordt vermoord, door wie, waarom? Je denkt Stuart door jaloerse Freddy, maar dat is te makkelijk, flauw, geen RR plot.

Maar sommigen (allen?) zijn niet wie ze lijken. geheimen alom.
Ik vertrouw die Michael niet. Een arts zonder praktijk? raar. Freddy blijkt al gauw een agressieve rotzak. Breekt Stuarts arm. Claudia gaat over lijken om haar Stuart weer te winnen. Gênante bewoonsters zoals Olwen verlagen de prijzen van de flats.

Stuart probeert van Claudia af te komen. Aanvankelijk tevergeefs. Hij wordt verliefd op Xue. Zij lijkt bereid hem te bezoeken, of wil ze vluchten?

De wet is eigenlijk de ware held in dit boek. Wally Scurlock vergrijpt zich (nog?) niet aan kinderen omdat hij ontzag heeft voor de wet. Freddy vermoordt Stuart imo niet omdat hij als advocaat weet dat hij daar moeilijk mee weg gaat komen. Zorgt door bedreigen dat hij met geweld wel weg komt.
De mensen in Springmead houden zich denk ik niet aan de wet, en volgens mij zal dat ooit uitkomen. In Engeland doen ze niet aan drugs gedogen.

Maar ik heb nog geen idee wie Stuart gaat vermoorden of waarom. Claudia uit jaloezie is te flauw. Misschien Mijnheer Wu?

een paar citaten die ik leuk vind, want mijn beschrijving is saai vind ik zelf. RR is niet saai. ;-) RR is trouwens niet dol op Stuart, de narcist, die gaat ieder keer met de billen bloot. ;-)

"Stuart thought of DIY (do it yourself) as essentially something you did when you were too old to do anything else and Duncan's activities didn't interest him. Few people's did unless they were young and attractive." p120

" 'Standing on your head on the pavement, were you,' said the doctor 'and then you got up and kicked yourself in the prostate?' " p44  de eerste-hulp arts tegen wie Stuart (na eerste gevecht met Freddy) zegt dat hij in de sneeuw is gevallen.

" 'The trouble' said Michael, 'with drinking yourself to death is that you don't just die. It would be OK if you carried on with these excesses and felt fine till one day you lay down peacefully and died. But you don't. You get diabetes or have a stroke or a heart attack and then the long slow painful route to death begins.' " p24

Rose vindt 'the long slow painful route to death' nogal verontrustend. Hoog tijd om McPhee te knuffelen en ter geruststelling met Marius Potter te bekijken wat het lot (losse Paradise Lost citaten) voor hen in petto heeft.

Ik heb het helemaal uit gelezen, met plezier en een zekere verontrusting ook. Dat weet RR wel bij me los te peuteren.

Voor een Nederlandse lezer is het veel eerder duidelijk dat Springmead een Wietplantage moet zijn. Voor Engelsen anno 2010 blijkbaar niet, want dat wordt gepresenteerd als een raadsel, terwijl de oplettende lezertjes hier, dat allang hebben gesnapt. 
Maar ik vind dat een kleinigheidje.

Wat is moreel kwalijk en wat minder of niet, daar gaat dit boek eigenlijk over, vind ik.

Het is al plezierig dat RR de lezer nog wel even vertelt wie vermoord werd. 
Dit is leerzaam:

De moord en de oplossing daarvan zijn niet meer het belangrijkste, maar hoe mensen reageren op kwalijke daden van hun buren. Daarmee worden wij lezers geconfronteerd met onze eigen vooroordelen. Ik ook, want ja, ik vind het in stand houden van kinderpornografie 'erger' dan de moord op een egocentrische ijdeltuit als Stuart, al vind ik het verdriet van zijn ouders rond de begrafenis verschrikkelijk. 

Wordt mooi onderkoeld beschreven:
(over een jongeman die nog nooit een woord met Stuart gewisseld heeft, en dat ook nooit gedaan zou hebben)
p214:
"Annabel and Christopher Font gave him vague smiles, glad to see anyone there who might have been a friend of their son's."

p215:
"Arrangements to entertain the guests with wine and canapés (Annabel), coffee and biscuits (Duncan) or hot chocolate because Stuart loved it (Molly) came eventually to nothing, and Annabel and Christopher went back to Flat 1 alone with Molly."

Stuart had geen vrienden, had ze ook niet nodig, zo mooi was hij.

Zie voor bronnen onderaan.

an awkward question  arises: “Does that mean that we think looking at indecent pictures of  children is a more heinous crime than killing someone?” Although Rendell  graciously allows that people might just consider a sex scandal “more  interesting” than murder, there’s a hint of cynical laughter in her  tone. 

de vraag hoe erg kinderporno is, is belangrijk, daar geeft ze via Duncan Yeardon wel antwoord op. Duncan 'deugt' is een goede observator, maar interpreteert wat hij ziet vaak verkeerd omdat hij erg naïef is. Aan het slot van het boek zijn alle bewoners van Lichfield House vertrokken. Duncan kijkt vanuit zijn raam naar de aankomst van de nieuwe bewoners:

"But gradually the new occupants came, ... . Duncan watched them from his front windows, imagining lives and dramas for them that bore no relation to reality"

Duncan is naïef gebleven, ik kan me voorstellen dat RR dat zo gedaan heeft omdat hij geen letter leest, laat staan romans, en niet van tv houdt. Jammer, want hij heeft een levendige fantasie.

Rendell builds her characters with such subtle strokes that it’s  impossible to catch the moment when she begins to tear them down. Yet at  some point in this story, everyone in Lichfield House will cross a  behavioral line and do something rash or foolish or even criminal — but  which somehow seems entirely in character. A possessive lover will  become a stalker, a greedy girl will resurface as a thief and someone  will turn into a killer. 

What interests Rendell is the public reaction to these  transformations. Even those residents of Lichfield House who have  surrendered to their own base instincts become fiercely judgmental after  one of their neighbors is suspected of being a pedophile. When the  matter intrudes on the funeral of the murder victim, an awkward question  arises: “Does that mean that we think looking at indecent pictures of  children is a more heinous crime than killing someone?” Although Rendell  graciously allows that people might just consider a sex scandal “more  interesting” than murder, there’s a hint of cynical laughter in her  tone. 

Dat was 't lieve lezer. Wel een beetje lang, maar vergeef het me maar. Ik vond het gezellig, ik hoop jij ook.

gr van elma

woensdag 27 juni 2012

Nora Ephron overleden


Eén van mijn favo's, Nora Ephron is overleden. 

In de boekenkast staat 'Heartburn' uit 1983. Ik heb toen ook van de film genoten:

met meryl streep en jack nicholson.

en ook van haar laatste film 'Julie and Julia' uit 2009
mryl streep als julia childs en amy adams als julie.

uit de volkskrant online:

Hollywood-scenariste Nora Ephron, die de scripts schreef van succesfilms als When Harry Met Sally en Sleepless in Seattle, is gisteren overleden. Dat meldt de New York Times.

Ephron (71) was ook bekend van de uit 2009 daterende film 'Julie & Julia', met Meryl Streep, waarvoor ze zowel het scenario als de regie op zich nam. Daarnaast deed ze van zich spreken met een aantal boeken. Ze schreef ook voor tal van kranten en bladen, waaronder de New York Times.

Ephron werd driemaal genomineerd voor een Oscar: voor de scripts van When Harry Met Sally, Sleepless in Seattle en Silkwood. Ze is drie keer getrouwd geweest, met onder anderen Carl Bernstein, de journalist die in de jaren zeventig met zijn collega Bob Woodward voor The Washington Post het Watergate-schandaal onthulde.

Ephron overleed aan de gevolgen van een ernstige bloedziekte, maar was zwijgzaam over haar gezondheidstoestand. Ze stierf in een ziekenhuis in New York.

ze was heel geestig, vond ik dan. de restaurantscène uit 'When Harry met Sally' vond ik grandioos!

ik zal haar missen.


vakantieboek: Ruth Rendell, De dertien treden


Dag lezers, hier een lekker vakantieboek:


ik heb de engelse versie gelezen, uit 2004.

hier een lovende recensie


Ik wil toch even laten weten waarom ik het een goed boek vond, waarom ik haar graag lees. En ik probeer geen verklappers weg te geven.

The tone of Rendell's books is always highly suspenseful and
tightly constructed. Her greatest talent is her ability to create
characters and plots that are multilayered, interesting and a
challenge to readers. She is one of the small coterie of novelists
who can manage to produce work that is always new and no two books
are the same 

Wat dit boek betreft: ik vond de plot niet het sterkste. 
Tenminste als je als lezer verrast wil worden door 'whodunnit', wie heeft het gedaan. Dat wordt gewoon verteld en tot in tamelijk onsmakelijke details getoond. Ik hou daar wel van, van zulke details. ;-)

Maar daar gaat het niet om. De spanning zit 'm in hoe de figuren zijn en hoe ze met elkaar omgaan. Het doet me wat dat betreft aan Jane Austen denken. Comedy of manners is het. Minutieuze interacties tussen herkenbare figuren, met de snobistische en wereldvreemde Miss Chawcer (80+) aan het hoofd. 

Verarmde chique, geen geld voor schoenen, maar neerbuigende babbels te over. Ze brengt haar tijd door met het (her)lezen van de klassiekers uit de bibliotheek van haar vader zaliger, de complete werken van Charles Darwin b.v. en van Sir H. Rider Haggard, schrijver van King Solomon's Mines, een wereld die voor haar dichter bij de werkelijkheid staat dan het verwaarloosde huis om haar heen. 
Rendell kent haar klassieken natuurlijk. En Gwendolen Chawcer kent alleen maar de klassieken.

Komische scène in het internetcafé (heel vulgair zoiets) waar ze probeert het adres van haar eerste en enige vlam te achterhalen. Ze heeft natuurlijk geen idee hoe dat moet. Ontroerend wel, zoals ze hem na 50 jaar een brief probeert te schrijven.

Eigenlijk gaat het aldoor om volkomen onrealistische verwachtingen en verlangens. Van figuren zoals b.v. de verknipte onderhuurder Mix met zijn obsessieve bewondering voor de moordenaar Christie.


Mix denkt dat hij ooit een kans zal maken bij fotomodel Nerissa. Hij is, behalve verknipt, een sappelende monteur van fitness apparaten met overgewicht en ongepaste minachting voor de vele vrouwen die eenzaam genoeg zijn om in zijn bed te belanden. Meestal maar eenmalig.

De mensen met enige praktische zin winnen het uiteindelijk. Voor mij heel herkenbaar waren de twee vriendinnen van Gwendolen (nooit Gwen zeggen) Chawcer, Olive en Queenie, die haar proberen te helpen als ze ziek wordt en zichzelf niet meer redden kan, en zelfs moet toestaan dat Olive en Queenie (die haar consequent wel Gwen noemen) afwassen en zelfs haar keuken schoonmaken. Anders durven ze nog geen kopje te beroeren. Maar ze zijn merkwaardig genoeg niet vies van de verdwaalde string die ze vinden tussen de kussens van een fauteuil. Wel verbaasd, dat wel.

De onverwachte deus ex machina in de vorm van Tom Akwaa, de zeer zwarte aangetrouwde neef van Olive en vader van Nerissa is nog zo'n mooi voorbeeld van de veranderde sociale verhoudingen.

Kortom, een aanrader voor de vakantie.


vrijdag 15 juni 2012

Vergeetachtig oudje


Mijn Blog moet ik niet verwaarlozen. Niet een maand lang niets schrijven, want dan wil google weer dat ik me aanmeld, met wachtwoord en zo. Lastig voor een scatterbrain, een vergeetachtig oudje, wat ik zo langzamerhand aan het worden ben. Use it or lose it.
Al heb ik voor de laatste tijd wel enig excuus, een zieke lieve vriendin, aan wie ik veel moet denken, maar dat is natuurlijk niet echt een excuus om niet te schrijven. Want ik denk altijd veel, zou je een hobby kunnen noemen: denken. Het is een goede hobby, waar ik me niet voor hoef te schamen.
Zelfs een beetje tobben, wat ik over mijn zieke vriendin doe, mag. Al is tobben meestal niet echt constructief.

Voorlopig schrijf ik dit blog volgens mij alleen voor mezelf, want ik merk niet dat iemand er verder ooit op kijkt. Dat is niet erg, want ik doe nog veel fout, bij voorbeeld vergeten hoe de knoppen werken en dan weer moeten zoeken waar dat ook alweer te vinden is. Gelukkig is google dan weer vriendelijk genoeg om me te helpen. Voor een volgende keer moet ik natuurlijk NU opschrijven waar ik gezocht heb. Dat hoef ik hier natuurlijk niet te publiceren, want is helemaal niet interessant voor een lezer.

Maar uiteindelijk bij Safari mijn Blogger Dashboard weer gevonden. Ik wil geen auto meer hebben, krijg ik toch nog een dashboard. Leuk.

zaterdag 19 mei 2012

Een Samovar I, II, en III.


Een Samovar I

Een antieke Russische theeketel met ingebouwd houtskool vuurtje, 
een voorraadje thee, door handen geplukt in China, 
drieduizend kilometer verderop en met een stoomtrein aangevoerd
puntgave porceleinen kopjes ook uit China
rietsuiker per boot uit Indonesië
een wolkje melk van de koeien die buiten het raam staan te grazen.

Een Tsaar, een Engelse Tsarina, 
een troonopvolger met bloederziekte 
en vier oudere zusjes.

Een landgoed met kersenbomen
aan de wanden schilderijen van de voorouders
twee aan twee pronkend opgehangen
geschilderd door alle beroemde Europese portretschilders 
door de eeuwen heen.

Landadel met een verkochte kersentuin
bijlen klinken voor iedere gevelde boom
voor iedere datsja die er gebouwd gaat worden.

In een museum op Yalta
een foto van een graatmagere doodzieke toneelschrijver
met twee hondjes
treurig in zijn lange zwarte jas.


Een Samovar II

Actrices in negentiende-eeuwse japonnen zwaaien loom met kanten zakdoekjes terwijl Firs opkomt, de kromgebogen oude knecht, om zuchtend en steunend de samovar aan te steken. De eigenares van het landgoed is net bekomen van een onverstandige affaire met een minnaar (een bedrieger en dief van haar kapitaal), haar jongste dochter is verliefd op de arme student Trofimov (te arm, en bovendien verliefd op haar moeder), haar oudere pleegzus overweegt een huwelijk met de  nieuwe eigenaar van al dat kersenhout (te arrogant, te vulgair),
Eén voor één verlaten ze ten slotte het pand. Alleen de oude Firs blijft achter. Terwijl hij het licht van de samovar uitblaast, klinkt het geluid van brekend porcelein en van bijlslagen in kersenhout. Dan valt het doek en vult applaus de zaal.


Een Samovar III

De studenten, het stof van de leeg te ruimen zolder nog in hun haar, schuiven aan bij de reusachtige tafel in de eetzaal met de statieportretten. Ze doen een aanval op de mariakaakjes en de suikerpot, de melk uit een karton van de Aldi. Ze zetten hun gesprekken voort over vakantiewerk, auto's, kleren, haren, nagels, geld. 

Later zullen ze net zo uitgehongerd aanvallen op de chili con carne, van bonen uit blik en ingevroren gehakt uit de Brabantse varkensindustrie. De uien staan buiten op het land in de regen. Ze zullen niet zien hoe de oude dame die de thee inschonk, later, in de immense vervallen keuken, het schort van de laatste kokkin aantrekt, over haar ouderwetse japon heen.

De stille, verlegen student aan het uiteinde van de tafel weet nog niet dat hij straks op zolder de brieven en het dagboekje zal vinden van de verre ongehuwde oudtante, die gouvernante was en blijkbaar een korte verhouding heeft gehad met Lodewijk Napoleon.

De oude dame stapt over het hondje aan haar voeten heen en schenkt nog een rondje thee uit de grote antieke theepot naast de Philips waterkoker op tafel. Als ze de mok van de laatste student heeft gevuld valt er een kleine stilte als hij haar aankijkt en zegt: "Alleen de samovar ontbreekt nog."
Ze gaat zitten en aait even over het kopje van de hond terwijl de andere studenten hen bevreemd aankijken over hun dampende mokken heen. De mokken zijn van grof aardewerk, met portretten van Maxima en Willem Alexander.
Dan kijkt ze de jongen aan en lacht: "Nee, Trofimov, Firs ontbreekt ook."
Ze glimlachen beiden terwijl de anderen hun gesprek hervatten.

Heel even zijn zij en hij wat minder alleen.

Elma, augustus 2007


dinsdag 15 mei 2012

Niet westerse allochtoon


Niet westerse allochtoon

Ooit vroeg mijn werkgever naar mijn geboorteplaats, die ze natuurlijk allang kenden, want ik werkte er al meer dan tien jaar, maar dit was in opdracht van de overheid en diende voor statistieken, die dan weer gebruikt werden voor de financiering van weet ik veel, zover ben ik er toen niet ingedoken.
Wat ik ervan begreep is dat er extra subsidiegelden beschikbaar waren t.b.v. leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond, om hun schoolsucces te bevorderen. Daar was ik in principe helemaal voor. Even dacht ik dat ik misschien wel mee kon tellen als niet-westerse allochtoon, vanwege mijn geboorteplaats Djakarta, Indonesië, ofwel Batavia, Nederlandsch Indië, hoewel dat natuurlijk idioot geweest zou zijn. Ik heb even de definitie opgezocht en gevonden dat ik volgens die definitie niet tel als niet-westerse allochtoon, zo idioot was de overheid gelukkig niet.

Nu speelt het weer. Etnische registratie zou beter afgeschaft kunnen worden volgens de Raad voor Maatschappelijke Ondersteuning (RMO). 
Op dit gebied hebben Amerikanen veel meer ervaring, ze zijn burgers van een echt immigratieland met democratische wetgeving, al vele jaren groepsbeleid, heen en weer bussende schoolkinderen nu eens naar de ene, dan weer naar de andere woonwijk, allerlei werkgelegenheidsmaatregelen, voor allerlei subgroepen, rangschikkingen naar ras, geslacht, burgerlijke staat. Van de USA kunnen we nog wat leren. Ook hoe het niet moet trouwens.
Google geeft teveel informatie voor mij om nu te gaan lezen.

Maar wat ga ik vinden van het advies van Jan Willem Duyvendak en Frank de Zwart, beiden wetenschappers met een ander advies dan de WMO: "Laat de mensen zelf bepalen wat ze willen zijn."? Dit omdat minderheden zelf bezwaar maken tegen de bureaucratische identiteit  'niet westerse allochtoon'. De gevolgen van de indeling in die categorie zijn nl. niet altijd gunstig. 

Het blijft toch een kwestie van vertrouwen. Hoe betrouwbaar is onze eigen overheid? Wie kan er misbruik gaan maken van etnische registratie? Het is pas tachtig jaar geleden dat in Europa een industrie werd opgezet om Joodse mensen af te maken. Door een weerzinwekkende politieke partij in ons buurland, dat binnen tien jaar onze overheid ook overgenomen had. Nederland was daar niet op voorbereid.
Als de Nazi's hedendaagse middelen hadden gehad om hun etnische registratie door te voeren en te perfectioneren, dan zaten ze hier misschien nog. Dat houd ik in gedachten bij wat ik vind van zulke plannen en zulk beleid. Ik heb er weinig vertrouwen in.

Migratie kan grote zegeningen brengen, voor de migrant en voor het gastland beide. Maar de schaduwzijde laat de gevaren zien: (neo)- kolonialisme en vreemdelingenhaat. Migranten kunnen zich terugtrekken in hun eigen kring, in afzondering proberen te blijven zoals ze waren toen ze van huis vertrokken, zoals de Nederlandse vluchtelingen die, tijdens de tweede wereldoorlog in Australië, zich wentelden in folkloristische nostalgie. Ik herinner me een foto van een 'Hollandse Dag' in 1943(?), de enige keer dat ik in klederdracht gelopen heb. Onschuldig en schattig en bizar. Met zo'n Volendamse muts, door mijn moeder genaaid. Die kon alles maken met haar Singer naaimachine.

Ik heb pas achteraf de schaduwkanten leren zien, pas achteraf begrepen dat die nostalgie aanleiding kan zijn tot gevaarlijk gedrag voor een migrant. Dat veilige gevoel, van lekker vertrouwd en samen kan voor het gastland bedreigend worden. Het kan voor een migrant gevaarlijk zijn om erg veel nadruk te leggen op 'anders' zijn. En het kan zeker gevaarlijk zijn om succesvoller te worden dan de gastheer. Als een Jood geen land mag bezitten, mag hij wel arts of advocaat worden, maar misschien liever niet een al te succesvolle handelaar of bankier?

'Assimilatie' heeft een nare bijklank gekregen sinds ik begrepen heb dat dat eigenlijk van Joodse mensen geëist werd in de jaren '30 en ver daarvoor. Ze mochten zich niet onderscheiden door hun godsdienstige riten, door hun kleding, door hun opvallende capaciteiten en succes. Ik begrijp hun afkeer van assimilatie. Maar schutkleuren zijn voor een migrant wel veiliger. De scène met de geverfde vogel in Jerzy Kosinski's roman zal ik niet gauw vergeten. Hoe die vogel door soortgenoten doodgepikt wordt om die fel gekleurde veren. En tijdens het doodpikken worden die moordende vogels gevangen in het net dat de vogelvanger over ze heen gooit. Dat weer wel. Het is een metafoor waar ik lang over na kan denken.

Als een gastland geen rechtsstaat meer is voor een migrant, als de buren verraders worden, als je naam je afkomst prijs geeft en daardoor gevaarlijk wordt, dan is het punt bereikt dat de migrant weer moet vluchten, of misschien deze keer wel vechten. Het is een gevaar zowel voor de migrant als voor het gastland. Dat punt wil geen verstandig mens bereiken. Maar hoe blijven we uit de buurt van dat punt? Door in ieder geval onze rechtsstaat te bewaken. Uiteindelijk is de wet de belangrijkste bescherming die we hebben.

Maar we moeten ook ons eigen huisje beschermen. Niet al te naïef vertrouwen op de goedheid van de medemens. Die is niet beter dan ik zelf ben. Het blijft toch een kwestie van vertrouwen. En weten hoever dat vertrouwen mag gaan voordat het onverstandig wordt en gevaarlijk. Het is niet zeker dat onze overheid democratisch blijft, dat onze rechtsstaat overeind blijft ondanks al onze goede bedoelingen.

Wie niet sterk is moet slim zijn. En vooral voorzichtig met die etnische registratie.