zaterdag 19 mei 2012

Een Samovar I, II, en III.


Een Samovar I

Een antieke Russische theeketel met ingebouwd houtskool vuurtje, 
een voorraadje thee, door handen geplukt in China, 
drieduizend kilometer verderop en met een stoomtrein aangevoerd
puntgave porceleinen kopjes ook uit China
rietsuiker per boot uit Indonesië
een wolkje melk van de koeien die buiten het raam staan te grazen.

Een Tsaar, een Engelse Tsarina, 
een troonopvolger met bloederziekte 
en vier oudere zusjes.

Een landgoed met kersenbomen
aan de wanden schilderijen van de voorouders
twee aan twee pronkend opgehangen
geschilderd door alle beroemde Europese portretschilders 
door de eeuwen heen.

Landadel met een verkochte kersentuin
bijlen klinken voor iedere gevelde boom
voor iedere datsja die er gebouwd gaat worden.

In een museum op Yalta
een foto van een graatmagere doodzieke toneelschrijver
met twee hondjes
treurig in zijn lange zwarte jas.


Een Samovar II

Actrices in negentiende-eeuwse japonnen zwaaien loom met kanten zakdoekjes terwijl Firs opkomt, de kromgebogen oude knecht, om zuchtend en steunend de samovar aan te steken. De eigenares van het landgoed is net bekomen van een onverstandige affaire met een minnaar (een bedrieger en dief van haar kapitaal), haar jongste dochter is verliefd op de arme student Trofimov (te arm, en bovendien verliefd op haar moeder), haar oudere pleegzus overweegt een huwelijk met de  nieuwe eigenaar van al dat kersenhout (te arrogant, te vulgair),
Eén voor één verlaten ze ten slotte het pand. Alleen de oude Firs blijft achter. Terwijl hij het licht van de samovar uitblaast, klinkt het geluid van brekend porcelein en van bijlslagen in kersenhout. Dan valt het doek en vult applaus de zaal.


Een Samovar III

De studenten, het stof van de leeg te ruimen zolder nog in hun haar, schuiven aan bij de reusachtige tafel in de eetzaal met de statieportretten. Ze doen een aanval op de mariakaakjes en de suikerpot, de melk uit een karton van de Aldi. Ze zetten hun gesprekken voort over vakantiewerk, auto's, kleren, haren, nagels, geld. 

Later zullen ze net zo uitgehongerd aanvallen op de chili con carne, van bonen uit blik en ingevroren gehakt uit de Brabantse varkensindustrie. De uien staan buiten op het land in de regen. Ze zullen niet zien hoe de oude dame die de thee inschonk, later, in de immense vervallen keuken, het schort van de laatste kokkin aantrekt, over haar ouderwetse japon heen.

De stille, verlegen student aan het uiteinde van de tafel weet nog niet dat hij straks op zolder de brieven en het dagboekje zal vinden van de verre ongehuwde oudtante, die gouvernante was en blijkbaar een korte verhouding heeft gehad met Lodewijk Napoleon.

De oude dame stapt over het hondje aan haar voeten heen en schenkt nog een rondje thee uit de grote antieke theepot naast de Philips waterkoker op tafel. Als ze de mok van de laatste student heeft gevuld valt er een kleine stilte als hij haar aankijkt en zegt: "Alleen de samovar ontbreekt nog."
Ze gaat zitten en aait even over het kopje van de hond terwijl de andere studenten hen bevreemd aankijken over hun dampende mokken heen. De mokken zijn van grof aardewerk, met portretten van Maxima en Willem Alexander.
Dan kijkt ze de jongen aan en lacht: "Nee, Trofimov, Firs ontbreekt ook."
Ze glimlachen beiden terwijl de anderen hun gesprek hervatten.

Heel even zijn zij en hij wat minder alleen.

Elma, augustus 2007


Geen opmerkingen:

Een reactie posten